Een debat over onderzoeksmethoden in de politiek,
in het bijzonder methoden voor het doen van voorspellingen van
verkiezingsuitslagen en kabinetsformaties.
Voorzitter:
Stasja Draisma
De verkiezingen van november waren voor sociaal
wetenschappers bijzonder inspirerend. Tijdens de dagen en weken voor de
verkiezingen zijn we doodgegooid met opiniepeilingen. Elke dag had zijn eigen
peiling. De uitslagen liepen sterk uiteen, afhankelijk van het TV-programma
waar men naar keek of de krant die men las, en het onderzoeksbureau dat de
peilingen voor de media uitvoerde.
De peilingen zelf zijn deze verkiezingen ook meer
dan ooit een instrument in de verkiezingsstrijd geworden. Peilingen hebben
invloed op alle betrokken partijen: op de media, op de campagnestrategen, en op
de potentiële kiezers. Kiezers kunnen op verschillende
manieren op peilingen reageren. Je hebt de 'bandwagon' strategie, kiezers
springen op de zegewagen van de gedoodverfde winnaar. Er zijn ook kiezers die
gaan voor de 'underdog', ze kiezen de verliezende partij. Of men vindt dat een
bepaald geluid gehoord moet blijven worden, en besluit strategisch te stemmen. Campagne-adviseurs
reageren ook op de peilingen; ze passen hun campagne aan, mikken op bepaalde
doelgroepen, pikken goed scorende discussiepunten op en laten andere weer
vallen.
Maar de verkiezingen gingen voorbij en de kiezer
heeft gesproken. De meningen waren
verdeeld, er was een duidelijke wens naar links, maar ook een grote groep op
rechts en er moest er een nieuw kabinet gevormd worden. Tegen dat het 9 maart,
NOSMO-dag, is, zullen we weten hoe het nieuwe kabinet eruit ziet, maar ook wat
betreft de kabinetsformatie werden
voorspellingen gedaan. Wordt het linksom, wordt het rechtsom? SP, de grote
zetelwinnaar, gaat in ieder geval niet mee en Groenlinks ook niet.
Al deze fascinerende pogingen om de werkelijkheid
te voorspellen, hebben de NOSMO geïnspireerd tot het organiseren van een
plenaire sessie over voorspellen in de politiek. Er worden drie lezingen
voorbereid: een lezing over het doen van polls en de kwaliteit van politieke
voorspellingen, een lezing over stemwijzers als politiek instrument, en
tenslotte een lezing over het voorspellen van kabinetsformaties en de val van
kabinetten.
Wij stellen ons voor de ochtend af te sluiten met
een discussie tussen forum en publiek.
Het
voorspellen van verkiezingen met behulp van huishoudpanels.
Gerty Lensvelt-Mulders
UHD Methoden en technieken
Universiteit van Utrecht
g.lensvelt@fss.uu.nl
De verkiezingen zijn weer een poosje achter de rug. Tijdens de dagen en
weken voor de verkiezingen zijn we meer dan ooit doodgegooid met
opiniepeilingen. Elke dag had zijn eigen peiling. De uitslagen liepen sterk
uiteen, afhankelijk van het TV-programma waar men naar keek of de krant die men
las, en het onderzoeksbureau dat de peilingen voor de media uitvoerde. Alle
peilers meenden namens de hele Nederlandse bevolking te spreken. Toch liepen de
peilingen soms flink uiteen. Die verschillen tussen peilingen kunnen aan veel
dingen liggen. Hoe worden de respondenten ondervraagd? Wat wordt ze gevraagd?
Zijn alle kiezers wel goed vertegenwoordigd? Hoe is de steekproef getrokken?
Wie doet wel mee met het onderzoek en wie niet? Wordt er gewogen en hoe?
Tijdens deze presentatie willen we kort ingaan op de methodologische problemen
die gepaard gaan met het houden van peilingen en exit polls.
Kieskompas:
het alternatief voor de kieswijzer
Andre Krouwel
UD politicologie en ontwikkelaar Kieskompas
a.p.m.krouwel@fsw.vu.nl
De Nederlander weet
het niet meer! Steeds meer kiezers switchen van partij bij verkiezingen en zijn
onzeker welke partij het dichtst in de buurt komt van de eigen
beleidsvoorkeuren. Hierdoor krijgen stemhulpen op internet, zoals Stemwijzer en
Kieskompas, steeds meer invloed. Maar hoe werken deze stemhulpen eigenlijk? Hoe
worden de issues gekozen, hoe scoren de partijen op de stellingen en hoe komt
het uiteindelijke stemadvies tot stand?
Bij de laatste
verkiezingen maakten miljoenen Nederlanders gebruik van Stemwijzer en
Kieskompas. Welke kiezers maken gebruik van deze stemhulpen? Wat is het effect
van de stemadviezen op het uiteindelijks stemgedrag? Al dit soort vragen komen
aan de orde in de lezing van Andre Krouwel die het Kieskompas ontwikkelde uit
onvrede met de kwaliteit van de Stemwijzer. "De Stemwijzer geeft een veel
te plat advies en de stellingen zijn erg slecht. Hierdoor worden kiezers op het
verkeerde been gezet", zo stelt Krouwel.
Timo Septer
Onderzoeker Adviesbureau DECIDE, Promovendus ICS
Rijksuniversiteit Groningen
Het beleid van een coalitie na de verkiezingen kan
voorspeld worden met behulp van een computermodel, waarin het
onderhandelingsproces gesimuleerd wordt. Hierbij wordt rekening gehouden met de
standpunten van de partijen op de meeste controversiële onderwerpen, de
belangen die partijen aan die standpunten toekennen en de macht die ze hebben.
Het zogenaamde ‘ruilmodel’ gaat er van uit dat partijen bereid zijn andere
partijen meer hun zin te geven op onderwerpen die voor die ander relatief
belangrijker zijn, om op die manier zelf meer binnen te halen op andere
onderwerpen. Er wordt alleen gekeken naar controversiële punten, omdat die een
stempel op de onderhandelingen drukken.
Dit model is voor de Tweede Kamerverkiezingen in
2003 en 2006 gebruikt om voor enkele waarschijnlijke meerderheidscoalities te
voorspellen welk beleid er zal komen. In 2003 zijn er op basis van interviews
met experts zeven controversiële onderwerpen meegenomen in de analyse, waarvan
op zes onderwerpen het voorspelde beleid dicht in de buurt lag van het
werkelijke beleid in het regeerakkoord. Bij de meest recente verkiezingen
benaderden de voorspellingen het beleid op tien van de elf punten.
Doordat ook geanalyseerd is wat het beleid
van andere meerderheidscoalities zou zijn geweest, kan gekeken worden wat
partijen als de SP en GroenLinks hadden kunnen binnenhalen als ze wel rond de
tafel hadden gezeten.